Verliefd op de Viroinvallei

Gepubliceerd op 20 mei 2025 om 11:09

Je waant je in zwoele zuiderse oorden. Voor natuurliefhebbers is de Viroinvallei een aards paradijs met botanische pareltjes. Hoe dat komt? Dankzij de gouden combinatie van fossiele koraalheuvels, een warm microklimaat en schaapjes.

Koningspage (Iphiclides podalirius), een icoonsoort voor de Viroinvallei. Hier een sterk beschadigd exemplaar waar al eens een vogel naar gehapt heeft.

Afgelopen week begon het bij mij te kriebelen. Nood aan me-time en heel veel zin in plantenpracht en vlindergeluk deden mij dromen van het zuiden. Dromen zijn er om na te jagen, maar dichterbij lonkt de Viroinvallei dat het Zuiden van Frankrijk kan evenaren. De Viroinvallei is voor velen misschien onbekend terrein. Maar voor de doorgewinterde natuurliefhebber is het een bekende schatkamer. 

Koraalheuvels: een oeroude ondergrond

De Viroinvallei is gelegen nabij de Franse grens, ten westen van de Maas. De Eau Blanche en de Eau Noir vloeien er samen tot de rivier de Viroin. De Viroinvallei maakt deel uit van de Calestienne, een 130 km lange kalksteenstrook tussen Chimay en de Hoge Venen. Zo’n 400 miljoen jaar geleden kon je hier nog snorkelen tussen de koralen in een tropische zee. De resten van koraal en schelpdieren stapelden zich op en vormden dikke lagen kalksteen. Vandaag zie je die terug als glooiende kalkheuvels, de Tiennes. Deze zonbeschenen hellingen zijn dé plek voor bijzondere vegetatie: de kalkgraslanden, waar orchideeën en andere kalkminnende planten vertoeven. 

Bloemenfeest op de kalkgraslanden

Kalkgraslanden behoren in onze streken tot één van de meest biodiverse biotopen, met tot wel 60 soorten per vierkante meter. Dat kan tellen! Wie ooit met een plantenwerkgroep op stap ging, weet dat er geen fikse wandeltochten gemaakt worden, aangezien er bij elk plantje gestopt wordt. Maar in de Viroinvallei wordt het pas een echte slakkengang. Er is gewoon te veel om te zien!

Dé hoogvliegers zijn de weelderige orchideeën. Zoals hommelorchis en vliegenorchis die hun bestuivers lokken door hen na te doen. De arme bestuivers denken dat de bloem een gewillig vrouwtje is waarmee ze kunnen paren. Helaas misgeschoten, maar raak voor de orchideeën die fijntjes bestoven worden. Andere zeldzaamheden zijn mannetjesorchis, bergnachtorchis, poppenorchis… En één van mijn favorieten: de bokkenorchis. Ik vind hem altijd grappig aanschouwen met zijn lange middenlobben als ‘staartjes’. Zijn naam heeft hij niet gestolen met zijn geur naar, jawel, geitenbokken.  

En er is meer: blauwe kogelbloemen, gele zonneroosjes, witte engbloemen, zeldzame korstmossen… het is een paradijs voor kalkminnende flora.

Bokkenorchis

(Himantoglossum hircinum)

Hommelorchis

(Ophrys holoserica)

Vliegenorchis (Ophrys insectifera)

Fleurige kleuren met geel zonneroosje, paardenhoefklaver, gewone vleugeltjesbloem

Fladderende vrienden

Waar bloemen bloeien, volgen insecten. En daarbij ook mijn favoriete soortengroep: dagvlinders. In tegenstelling tot plantkundigen, moet je als vlinderkijker soms wel over een goede conditie beschikken: zij vliegen en jij moet volgen. Ik heb alvast de heuvels wel wat op en neer gelopen om mijn fladderende vriendjes achterna te gaan tot ze eindelijk ergens stilzitten voor een foto. De meest iconische soort: de koningspage. In tegenstelling tot zijn nichtje, de koninginnenpage, komt hij niet voor in Vlaanderen (tenzij als sporadische dwaalgast). Daarnaast word ik ook zeer gelukkig van de soorten waarvan hun naam naar hun kleuren verwijzen: groentjes, verschillende blauwtjes (zoals adonis- en dwergblauwtje), groot geaderd witje, boswitje…  Of soorten met kleine of grotere ogen zoals een tweekleurig hooibeestje en argusvlinder.

Een persoonlijk hoera-momentje was de waarneming van een sleutelbloemvlinder. Voor mij een nieuwe soort, en bovendien de enige vertegenwoordiger van de familie van de Prachtvlinders (Rhiodinidae) in Europa. Zijn broertjes en zusjes uit deze familie wonen vooral in Amerika. Een eer om de enige prachtvlinder bij ons te ontmoeten.

Groot geaderd witje (Aporia crataegi)

Tweekleurig hooibeestje (Coenonympha arcania)

Sleutelbloemvlinder (Hamearis lucina)

Groentje (Callophrys rubi) aan het fladderen tussen de pijlbrem

Dwergblauwtje (Cupido minimus)

Kloven en honden

Naast de kalkheuvels zijn er grotten en kloven uitgesleten in de kalksteenformatie (zogenaamde karstverschijnselen). De befaamde Grotten van Han zijn hier een voorbeeld van. De kloven in het landschap vormen net mini canyons: de fondry’s. Ook daarvoor moeten we dus geen reisje boeken naar Amerika. In de Viroinvallei is de bekendste de Fondry de Chiens. Een opvallend landschap met een grote ravijnachtige put van wel 20 meter diep en 100 meter lang, met grillige uitstekende rotspartijen. Geologisch een (letterlijk en figuurlijk) hoogtepuntje. De kloof ontstond doordat kalkgesteenten werden uitgesleten door regenwater. Daarnaast heeft de mens ook een handje geholpen door het gat nog verder uit te diepen met de ontginning van ijzererts. 

Wat de Fondry des Chiens met honden te maken heeft? De naam zou gegeven zijn door de Muzelmannen. Het was de ijzersmelterij (fondry) van de lokale Christenen, die in hun ogen als heidense ‘honden’ werden aanzien. Een andere mogelijke verklaring is dat de dorpelingen hun dode honden in deze kloof kwamen gooien.

Op het kalkgrasland rondom dit mogelijke hondenkerkhof kan het planten- en vlinderlijstje verder aangevuld worden met o.a. een overdaad aan grote muggenorchissen. Een groot deel was nu afgezet voor schapenbegrazing, met schattige lammetjes die onbezonnen ronddartelen. Schapenbegrazing is de manier om de kalkgraslanden te beheren, zoals het al sinds oudsher werd gedaan. De schapen houden de kalkgraslanden open en zorgen voor structuur in de vegetatie. 

Dus kalksteen + zon + variatie in beheer = bloemenzee & vlinderpracht.

Le Fondry des Chiens

Zelf ook verliefd worden en proeven van het Zuiden? 

Drie pareltjes om te ontdekken:

1. Tienne Breumont

Steile kalkhellingen met zeldzame orchideeën en een weids uitzicht. Perfect voor wie van flora én panorama houdt. Gelegen aan de rand van Nismes, langs de Allee de Orchidee.

2. Fondry des Chiens

De mini Grand Canyon van Wallonië. Niet alleen een geologisch spektakel, maar ook een hotspot voor vlinders en kalkflora. Er is een parking vlak aan het gebied.

3. Montagne aux Bois (of ook Tienne aux Pauquîs)

Overgangsgebied tussen bos en kalkgrasland met een rijke flora. De naam verwijst naar de wilde buxus die hier aanwezig is. Ook een toplocatie voor groot geaderd witje!

Met dank aan mijn lieve vrienden Annelies Jacobs, Frederic Gabrys en Corinne Deffontaine voor de heerlijke excursies naar deze pareltjes.

Bronnen:

 

Reactie plaatsen

Reacties

Maxim
een dag geleden

Heel mooi geschreven, mooie fotos!
Ik geef de voorkeur aan groentje 😁

Patricia
20 uur geleden

Bedankt Maxim! Fijn dat je de foto's kan waarderen :) Ik word ook wel blij van groentjes :D

Maak jouw eigen website met JouwWeb